2 grote of 4 kleine octopustentakels,
rauw of gekookt (ca. 300 g rauw of 150-200 g gekookt)
4 okra’s
1 el geraspte wasabi
1 el mirin
1 el sake
¼ tl dashipoeder (liever kombu dan katsuo, o.a. toko) of ve-tsin
½ tl suiker
2-3 snufjes zout
½ gedroogde rode chilipeper, in dunne reepjes geknipt
of 1 snufje rode chilivlokken (optioneel)
¼ citroen
1 kleine handvol gehakte bieslook

Kook rauwe octopus eerst. Breng daarvoor een grote pan met water aan de kook, leg de octopus erin en laat 45 minuten tot 1 uur garen, tot de octopus gaar maar niet zacht is (hij moet nog een beetje taai zijn). Laat goed uitlekken, leg op een bakplaat en laat 10 minuten aan de lucht drogen. Hak twee okra’s fijn en snijd de andere twee in plakjes van ongeveer 5 mm dik. Meng de wasabi met de mirin, de sake, het dashipoeder, de suiker, het zout, de gehakte okra en eventueel de chilipeper, en roer tot de suiker is opgelost. Bak de octopustentakels een paar minuten aan beide kanten onder een heel hete grill, tot ze licht geroosterd zijn. Snijd de octopus in stukjes en meng met de saus en de plakjes okra. Eet direct of laat een paar uur, maar niet langer dan twee dagen, in de koelkast marineren. Serveer op kamertemperatuur of koud, gegarneerd met de citroen en de gehakte bieslook.