Noten horen echt thuis in de Midden-Oosterse keuken: in een romig bladerdeeghapje, gezouten als mezze, fijngehakt in dips of verdeeld over deze salade uit My streetfood kitchen bijvoorbeeld. De smaragdgroene dressing is gemaakt met pistachenoten en zure citroen.
Geroosterde bietjes met pistache-citroendressing
Jennifer Joyce: “Als je niet van rode bieten houdt, kun je deze dresssing bij andere groenten of bij gegrild vlees of kip gebruiken. Ik ben gek op kleine bietjes, en houd van de prachtige felle kleuren. De beste bieten vind je meestal op boerenmarkten.”
Voor 4 tot 6 personen
Voorbereiding: 20 minuten
Bereiding: 1 uur
6-8 gele of rode bietjes
2 el olijfolie
Dressing
1½ el wittewijnazijn
60 ml extra virgin olijfolie
1 teentje knoflook, fijngehakt
20 g gepelde pistachenoten, geroosterd en fijngehakt
1 tl fijne kristalsuiker
1 el bieslook, fijngehakt
1 citroen, in partjes opgedeeld, de vliesjes verwijderd en fijngehakt
Verwarm de oven voor tot 220 °C.
Leg de bietjes op een dubbele laag aluminiumfolie, besprenkel met olie en bestrooi met zout. Vouw dicht tot een pakketje, met voldoende ruimte voor circulerende lucht. Rooster 40 tot 60 minuten in de oven, of tot de bietjes zacht zijn. De tijd is afhankelijk van hoe groot je bietjes zijn. Je kunt de bietjes ook bestrooien met zout en 30 tot 40 minuten stomen.
Laat even afkoelen en wrijf er met keukenpapier het velletje af. Snijd de bietjes doormidden. Ze zien er mooi uit met de toppen er nog aan, maar die mag je er ook afsnijden. Leg de bietjes in een ondiepe schaal.
Meng alle ingrediënten voor de dressing in een kommetje. Voeg zout en versgemalen zwarte peper naar smaak toe en roer goed door. Giet de dressing over de warme rode bietjes en serveer.
van tevoren De dressing kun je eerder op de dag maken, maar doe de knoflook er pas vlak voor het serveren bij. Je kunt de bieten tot 4 uur van tevoren roosteren of stomen en besprenkelen met wat azijn, olijfolie en zout om ze sappig te houden. Snijd de bietjes en maak de salade pas vlak voor het serveren af.
Fotografie: Jean Cazals